Beroepsopleiding advocaten
Rob doceert op 3 en 6 juni 2019 het onderdeel ruimtelijke ordening in het kader Beroepsopleiding advocaten.
Rob doceert op 3 en 6 juni 2019 het onderdeel ruimtelijke ordening in het kader Beroepsopleiding advocaten.
Op 14 mei 2019 geeft Rob Wertheim aan rechtenstudenten van de Rijksuniversiteit Groningen een hoorcollege over de uitspraak van de bestuursrechter en tijdige en finale geschilbeslechting door de bestuursrechter. Aan de orde komen onder meer de recente uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over de digitale ondertekening en de openbaarheid van rechterlijke uitspraken (ECLI:NL:RVS:2019:1390 en ECLI:NL:RVS:2019:1400).
Rob Wertheim heeft in het tijdschrift AB een noot geschreven over de vraag wie beroep mogen instellen na inspraak over ontwerpbesluiten conform het Verdrag van Aarhus. De rechtbank Limburg heeft prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie. Klik hier voor de annotatie.
Rob Wertheim is op 7 april 2019 te zien in een uitzending van KRO-NCRV De Monitor over de plannen voor ondergrondse buisleidingen nabij Helmond. Als dat niet in een bestemmingsplan staat, is het vaak lastig om erachter te komen wat voor plannen overheden met uw buurt hebben. Rob geeft onder meer aan de hand van ruimtelijkeplannen.nl een toelichting. Zie voor de uitzending hier.
Joost oude Egbrink heeft in Bouwrecht van Wolters Kluwer een annotatie geschreven over de uitspraak ECLI:NL:RVS:2017:3497 en het interne beraad in de zin van artikel 11 van de Wet openbaarheid van bestuur. De Afdeling is thans – anders dan voorheen – van oordeel dat aan een beraad het interne karakter ontvalt indien daarbij een externe is betrokken die niet een eigen belang behartigt dat als zodanig bij het beraad een rol speelt. Hij adviseert in dat geval niet, of niet uitsluitend, in het belang van het bestuursorgaan dat hem om advies vraagt, maar zijn inbreng wordt (mede) ingegeven door een eigen belang bij de uitkomst van het beraad. Documenten van externe derden, zoals bedoeld in de geschiedenis van de totstandkoming van artikel 11 van de Wet openbaarheid van bestuur, die zijn opgesteld met het oog op intern beraad, kunnen naar het oordeel van de Afdeling slechts onder intern beraad vallen in het geval dat de externe derde geen ander belang heeft dan het bestuursorgaan vanuit de eigen ervaring en deskundigheid een opvatting te geven over een bestuurlijke aangelegenheid.