Wertheim advocatuur b.v. is aangesloten bij SAM Advocaten, een netwerk van onafhankelijke advocatenkantoren die gespecialiseerd zijn in het omgevingsrecht. SAM Advocaten geeft wekelijks een Omgevingsflits met samenvattingen van recente uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uit. Hieronder geeft Rob voor de Omgevingsflits een samenvatting van zo’n uitspraak.
AbRvS 21 oktober 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2492. In het oude bestemmingsplan waren op het bedrijventerrein nog mestbewerkingsbedrijven mogelijk, maar de raad van Oss besluit dat plan te herzien en die mogelijkheid te schrappen. Dat vindt geen genade in de ogen van GS Noord-Brabant. Zij geven een reactieve aanwijzing, zodanig dat oude plan herleeft. GS Noord-Brabant achten het herzieningsplan in strijd met het provinciale mestbeleid, dat beoogt mestbewerkingsbedrijven op daartoe geschikte bedrijventerreinen mogelijk te maken en mogelijk te houden.
Provinciaal belang
Volgens de Afdeling is er een provinciaal belang voor het geven van de reactieve aanwijzing. Zij neemt daarbij in aanmerking dat het belang om te voorzien in voldoende mestbewerkingscapaciteit op daarvoor geschikte, schaarse locaties de grenzen van de afzonderlijke gemeentelijke gebieden overschrijdt, en zowel zijn grondslag vindt in provinciaal mestbeleid als ook in de actualisatie uit 2017 van de provinciale Verordening ruimte 2014 door daarin mestbewerkingsbedrijven ook zonder daaraan voorwaarden te verbinden op industrieterreinen in bestaand stedelijk gebied mogelijk te maken.
Noodzaak
Was hier ook een noodzaak voor het geven van de reactieve aanwijzing? Of het provinciaal belang het geven van een reactieve aanwijzing noodzakelijk maakt, behelst volgens de Afdeling een bevoegdheid met beleidsruimte, waarbij het college een zorgvuldige afweging dient te maken van de betrokken belangen. De Afdeling is van oordeel dat GS Noord-Brabant de reactieve aanwijzing noodzakelijk heeft kunnen achten ter bescherming van provinciale belangen. Zij volgt het betoog van GS Noord-Brabant dat de behoefte aan locaties (voor mestbewerking) groot is en er weinig locaties beschikbaar zijn, dat de behoefte naar verwachting ook zal toenemen in de komende jaren. Verder hebben GS Noord-Brabant o.a. gesteld dat het betrokken bedrijventerrein zeer geschikt is voor mestbewerking omdat de desbetreffende gronden reeds bestemd zijn voor bedrijven die vallen in de zwaardere milieucategorieën 3 tot en met 5 en daarmee ruimte bieden voor mestbewerking.
Alternatieve instrumenten
Hadden GS Noord-Brabant niet moeten kiezen voor alternatieve instrumenten, zoals een proactieve aanwijzing of een provinciaal inpassingsplan? Neen. In ECLI:NL:RVS:2011:BP2846 en ECLI:NL:RVS:2011:BQ1865 heeft de Afdeling overwogen dat een proactieve aanwijzing of een inpassingsplan in de rede ligt voor ontwikkelingen die het provinciebestuur met het oog op een goede ruimtelijke ordening wenselijk of noodzakelijk acht. Dit zijn geen andere bevoegdheden die het bij de reactieve aanwijzing betrokken provinciaal belang konden beschermen, maar bevoegdheden die de provincie kan inzetten als zij zelf iets mogelijk wil maken in plaats van bevoegdheden om met het provinciaal belang strijdige onderdelen van een bestemmingsplan te blokkeren. Uit ECLI:NL:RVS:2012:BW9565 volgt dat overwegingen dat een reactieve aanwijzing eenvoudiger, sneller en duidelijker is dan het in procedure brengen van een inpassingsplan of provinciaal projectbesluit ook een rol kunnen spelen bij de keuze voor de reactieve aanwijzing boven andere instrumenten. Hier doet een reactieve aanwijzing het meest recht aan de situatie: door de reactieve aanwijzing herleeft onmiddellijk het oorspronkelijke bestemmingsplan en zijn mestverwerkingsbedrijven weer mogelijk.
Mer-beoordelingsplicht
Het gemeentebestuur betoogt verder nog dat de reactieve aanwijzing m.e.r.-beoordelingsplichtig is. Dat klopt niet. In onderdeel A van de bijlage bij het Besluit m.e.r. wordt uitsluitend de proactieve aanwijzing gelijk gesteld met een “plan”.